
Wat in Monteverdi's Mariavespers meteen opvalt, is
Alarcóns heilige geloof in tekst. Zelden springt gebeiteld Kerklatijn je zo vitaal
tegemoet. Alarcón moet met de vingertoppen eerst alle psychologische nuances
hebben bevoeld, voordat hij de solozangers en het Kamerkoor Namen gedetailleerde
orders gaf.
Het koorgeluid ondergaat spectaculaire transformaties, van
broeierig en beslagen tot helder stralend. Solisten mogen jubelen uit volle
borst. Het verrassendst is hoe Alarcón de mediterrane passie met Noordwest-Europese
teugels ment. Monteverdi als een calvinistische latino: het bestaat.
★★★★★
Claudio Monteverdi:
Mariavespers. Kamerkoor Namen, Cappella Mediterranea o.l.v. Leonardo García
Alarcón. Ambronay.
de Volkskrant, 9 juli 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten