30 januari 2021

Attention, les Apaches!

foto: Maurice Lammerts van Bueren

De vonk sprong over in de trein van Den Haag naar Eindhoven. Sopraan Ellen Valkenburg googelde naar ideeën voor een nieuw concertprogramma. Ze zocht iets met Franse liederen, zeg Parijs rond 1900. In de biografie van de componist Maurice Ravel stuitte ze op een rare naam, Les Apaches. ‘Ik had er nog nooit van gehoord en dacht: wat is dát dan?’

Bleek het te gaan om een internationale kunstenaarsgroep die elkaar begin 20ste eeuw in Parijs trof. Valkenburg (34) las dat behalve Ravel ook de Spaanse componist Manuel de Falla tot de leden behoorde. En kijk, zelfs de jonge Igor Stravinsky schoof aan. De zangeres trok op onderzoek uit en vond ‘een gaaf verhaal’. Vrijdag verschijnt haar liedalbum Les Apaches, dat ze opnam met de pianist Maurice Lammerts van Bueren.

Weet u inmiddels waarom u zo’n aansprekende club niet kende?

‘Ik denk het wel. Het was een informele vriendengroep van twintigers en dertigers. Er bestaan geen officiële documenten, alles wat we weten komt uit brieven en dagboeken. Pas na lang zoeken vonden we wat artikelen.’

Wat deden Les Apaches?

‘Vanaf 1903 troffen ze elkaar elke zaterdagavond in het atelier van de schilder Paul Sordes in de Rue Dulong. Ze probeerden nieuwe composities uit, droegen gedichten voor, of hielpen elkaar bij het uitschrijven van partituren. Het ging er nogal luidruchtig aan toe. Later hebben ze hun avondjes verplaatst naar een tuinpaviljoen. In 1914 maakte de Eerste Wereldoorlog een eind aan de bijeenkomsten.’

Vanwaar die indianennaam?

‘Het verhaal gaat dat een krantenjongen ze ’s avonds op straat tegen het lijf liep. Hij schrok en riep: ‘Attention, les Apaches!’ Zo heette destijds ook een beruchte straatbende. De kunstenaars vonden de vergelijking zo treffend, dat ze Les Apaches als geuzennaam hebben geadopteerd.’

Waren ze zo ruig dan?

‘Dat is een grappig contrast. Hun muziek is bij uitstek Frans: transparant van klank en subtiel in de omgang met tekst. Hun bravoure had vooral te maken met de opera Pelléas et Mélisande van Claude Debussy. Die was in 1902 met veel rumoer in première gegaan. Les Apaches vonden elkaar in hun bewondering voor dat baanbrekende stuk. Verder deelden ze een hartstocht voor poëzie, voor Russische muziek, voor Azië.   

‘Het was ook een beetje een jongensclub. Als ze elkaar in de Opéra uit het oog verloren, vonden ze elkaar bijvoorbeeld door een thema uit een symfonie van Borodin te fluiten. Ook verzonnen ze een fictieve vriend, Gomez de Riquet. Als iemand vastzat in een saai gesprek riepen ze: tijd om te gaan, Riquet wacht!’

Componeerden ze in hun Apachestijd veel liederen?

‘Dat bleek mee te vallen. Ik kwam natuurlijk niet heen om de Siete canciones populares españolas van Manuel de Falla. Een andere klassieke hit, Ravels orkestlied Shéhérazade, zing ik in een zelden opgenomen versie met piano.’

Op de cd staat ook werk van onbekende componisten.

‘De grootste ontdekking vond ik Déodat de Séverac. Hij heeft een paar sterke liederen geschreven waarin de liefde voor zijn geboortestreek doorklinkt, de Languedoc. Een andere vondst is Maurice Delage. Hij begon laat met componeren en was extreem kritisch op zichzelf. Hij herschreef zijn stukken voortdurend, als hij ze al niet verscheurde. Hij componeerde niet de gemakkelijkste muziek, het duurde even voordat ik er grip op kreeg. Maar Du livre de Monelle, over een gestorven geliefde, is een parel.’

U had een uitgebreide presentatietournee gepland.

‘Helaas wordt alles opgeschoven. Zodra het kan, trekken we met Les Apaches het land in.’ 

de Volkskrant,  20 januari 2021

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten