15 april 2011

Geen freelancersangst voor bariton Henk Neven

Henk Neven in Der Vampyr van Heinrich Marschner
Henk Neven krijgt de Nederlandse Muziekprijs. De bariton uit Rotterdam beseft dat hij boft. 'Maar ik werk er ook keihard voor.'

Henk Neven voelt zich ‘totaal bevoorrecht’. Al spreekt de bariton in dezelfde adem van ‘een dubbel gevoel’. Zaterdag, tijdens een concert in de Rotterdamse Doelen, ontvangt hij uit handen van staatssecretaris Halbe Zijlstra de Nederlandse Muziekprijs. Daarmee bekroont Neven (34) een studietraject voor excellente  klassieke musici. Maar eigenlijk, vindt hij, hoort die extra scholing gewoon thuis in de basisopleiding.

‘Ik las laatst hoe ze in 18de-eeuws Italië leerden zingen. Dat begon met zes jaar solfège. Al die tijd oefende je alleen maar vocalen en zong je geen woord. Tegenwoordig krijg je vier jaar voor een complete conservatoriumstudie. En daarin moet je dan ook nog een lading stijl en repertoire opdoen.’

Zijn lyrische, licht glanzende geluid valt op tot over de landsgrenzen. De vermogende Borletti Buitoni Trust in Londen bood hem in 2009 een studiebeurs aan van tienduizend pond. De BBC selecteerde Neven als 'New Generation Artist'; de omroep legde er een genereus schema met concerten en radio-opnames naast.

De Rotterdammer beseft dat hij boft. ‘Maar ik voeg er altijd meteen aan toe dat ik er ook keihard voor werk.’

Bij De Nederlandse Opera heeft hij net Brittens zeemansdrama Billy Budd achter de rug. Holland Symfonia verwacht hem zondag en maandag voor de Christuspartij in Bachs Matthäus-Passion. En zijn eerste solo-cd komt vers uit het cellofaan: Schumanns Liederkreis, voorafgegaan door ballades van de minder bekende romanticus Carl Loewe.

Het is het vertrouwde rijtje van de beroepsvocalist: opera, oratorium, recital. Henk Neven bezweert dat hij alles met evenveel plezier doet. Waarbij hij aantekent dat ‘een zanger met opera z'n geld verdient .’

Het studietraject van de Muziekprijs bracht hem naar Simon Keenlyside, de Britse bariton die uitmunt in het fysieke zingen. 'Voor elke operarol zet hij zijn lijf anders in. Van hem heb ik geleerd dat je niet al je aandacht moet concentreren op je keel.’


In Wenen ging hij langs bij Robert Holl. De Nederlandse bas heeft een reputatie te verliezen in het Duits-romantische lied. Zijn voornaamste advies luidde: altijd verder kijken. Achter een liedtekst schuilt meer dan je denkt.

Verder spendeerde Henk Neven zijn prijs aan ‘sportieve yogasessies’. En dan bleef er nog tijd over voor het reguliere stemonderhoud bij zijn voormalige conservatoriumdocente, Margreet Honig.

Klaar is een zanger nooit, weet Neven. 'Je stem is een orgaan dat zich ten dele zelfstandig ontwikkelt. Daar moet je voortdurend mee in contact blijven.’

Hij wist een jaar geleden al dat hij de prijs zou krijgen. Voor de uitreiking was het alleen nog zoeken naar een geschikt concert. Dat diende zich aan in de Rotterdamse Doelen, waar Neven zich met Frans Brüggen en het Orkest van de Achttiende Eeuw ontfermt over Bachs solocantate Ich will den Kreuzstab gerne tragen.

Hij verheugt zich op de klank. ‘Veel barokorkesten leggen de nadruk op hoge en lage tonen. Bij Brüggen hoor je ook een sonoor, baritonaal midden.’

Regisseur Marc Pantus heeft de cantate voorzien van een bescheiden enscenering, inclusief danseres. De verteller uit de cantate verlangt naar het kruis. 'Dat kun je interpreteren als doodsdrift', zegt Neven, 'maar evengoed als een verlangen naar verlichting.'

Wanneer de danseres hem een kruis wil overhandigen, trekt ze het opeens terug. Achter de zanger licht de route op die hij over het toneel heeft afgelegd: er verschijnt een kruisvorm. Neven: 'Vaak beschikken we al over datgene wat we zoeken, alleen we zien het niet.'

Van de eeuwige freelancersangst - het gat in de agenda - heeft de zanger geen last. Volgend seizoen wachten onder meer optredens in de ZaterdagMatinee en bij de Brusselse Muntopera, een recital in de prestigieuze Wigmore Hall, plus een Zauberflöte in Marseille en de Matthäus bij het Concertgebouworkest.

Wel vraagt hij zich af hoe lang hij nog kan profiteren van het label ‘jong en aankomend’. En hoe hij zijn klussen het handigst inpast in het leven met twee peuters thuis.

Voor zijn recitals trekt hij op met de pianist Hans Eijsackers. Het is soms lastig programmeurs ervan te overtuigen dat ze niet steeds op safe moeten spelen met liederen van Schubert en Schumann. De bariton wijst ze graag op de ballades van Carl Loewe, de romanticus die als entertainer door Europa trok.

Een bijzonder verhaal, zegt Neven. 'Loewe begeleidde zichzelf op de piano. Hij schreef pakkende, veelkleurige muziek in een verhalende stijl. Wat mij vooral treft is dat hij vergankelijkheid niet beschouwde als een trieste aangelegenheid, maar als een verrijking van het moment waarin je leeft.’

de Volkskrant, 15 april 2011

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten