![]() |
Foto: Coco Duivenvoorde |
Kwijlmelodieën en slappe grappen: het genre van de
operette staat in een kwade reuk. Des te verrassender is het dat een plukje
jongelui een voorstelling maakt die van begin tot eind amuseert. Die stumme
Serenade heet het wuft-melancholieke stuk van Erich Wolfgang Korngold, dat zaterdag
in de Arnhemse popzaal Luxor Live z'n Nederlandse première kreeg.
Dat we met Korngolds 'muzikale komedie' uit 1950 kennis
kunnen maken, danken we aan de gisse programmeurs van de NJO Muziekzomer
Gelderland. Achter de afkorting NJO ging ooit het Nationaal Jeugd Orkest
schuil. Tegenwoordig presenteert de organisatie zichzelf als de Nederlandse
Orkest- en Ensemble-Academie.
Elke zomer lokt het NJO aanstormende professionals uit
binnen- en buitenland naar de Gelderse bossen. Orkestmuziek, barokmuziek,
hedendaagse klanken: op hoog niveau wordt gevijld aan samenspel en stijl. Sinds
Reinbert de Leeuw er in 2001 nieuw leven in blies, kwamen vermaarde componisten
als Sofia Goebajdoelina en John Adams de voortgang persoonlijk inspecteren.
Onder leiding van dirigent Etienne Siebens stortten de jeugdige
musici zich op de smeuïge melodieën van Korngold. Siebens, die in het afgelopen
Holland Festival de noten van Martijn Paddings opera Laika glans gaf, bleek
ook te beschikken over een fijn afgestemde operetteantenne. Hij verrichte
wonderen met de klein bezette partituur van Die stumme Serenade ('de
stille serenade').
Acht muzikanten, meer had hij niet nodig om een wereld op
te roepen van weemoed en verlangen. Het muzikale genot kon schuilen in een
secuur gedrapeerde fluitmelodie, of in een celesta die met z'n tinkelklank een
broeierig strijkersakkoord omzoomde.
Korngold (1897-1957) was een Weens wonderkind dat in de
jaren 1930 naar Hollywood trok. Hij pionierde er in de filmmuziek en scoorde
een Oscar met The Adventures of Robin Hood. Na de oorlog wilde hij terug
naar Europa, maar Wenen was Wenen niet meer. In Die stumme Serenade, oorspronkelijk
gedacht voor Broadway, schreef hij de melancholie van zich af.
Luchtig verhaal: hoe de modeontwerper Andrea Coclé in
19de-eeuws Napels verliefd wordt op de maîtresse van de premier. Hij belandt in
de bak, maar schopt het na een revolutie zelf tot minister-president.
De zangers in Arnhem werden geleverd door de Dutch
National Opera Academy, een masteropleiding waarin de conservatoria van Den Haag
en Amsterdam hun krachten bundelen. In twee casts maakten de aankomende
solisten kennis met het netelige operettevak: niet alleen zingen maar ook
spreken, naast acteren ook dansen, en dat alles op muziek die maar een haarbreedte
verwijderd ligt van snotterig sentiment.
Het Duits rolde niet accentloos uit elke keel. Aan sommige
acteerprestaties kan worden geschaafd. Toch zette de Mexicaanse bariton
Emmanuel Franco een grappige couturier neer. Als zijn assistente Louise zong en danste
de Nederlands-Iraanse sopraan Lilian Faharani met flair. Silvia Lombardi, de
maîtresse, profiteerde vocaal en theatraal van sopraan Charlotte Janssen.
Voor zijn onderhoudende, detailrijke regie liet Marc Krone
Luxor Live ombouwen tot een variététheater uit de jaren '30, compleet met tafeltjes,
stoeltjes en champagne. Kledingontwerpster Marrit van der Burgt leefde zich uit
in bijpassende mode. Te lachen viel er vooral om de gedrongen acteur Ali
Cifteci, een routinier die in zijn dubbelrol van premier en anarchist de
decolletés op ooghoogte zag passeren.
★★★★☆
Erich Wolfgang Korngold: Die stumme Serenade. Regie: Marc
Krone. NJO en Dutch National Opera Academy o.l.v. Etienne Siebens. Arnhem,
Luxor Live, 2/8. Voorstellingen t/m 10/8, muziekzomer.nl.
de Volkskrant, 5 augustus 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten