30 januari 2021

Cellopriesteres Maya Fridman

foto: Brendon Heinst
 

Maya Fridman (31), de Russisch-Nederlandse cellist, componist en improvisator, fantaseert al jaren over ‘muzikale rituelen in een intieme setting’. Toen het Utrechtse TivoliVredenburg haar vroeg of ze dit seizoen wilde optreden als artist in residence, zag ze haar kans schoon. ‘Eerst wilde ik buiten een tiny house plaatsen, of nog mooier, zo’n Mongoolse joert. Vanwege corona kon dat helaas niet doorgaan.’

Nu richt Fridman een huiskamerachtige ruimte in op zevenhoog. Dit weekend geeft ze twaalf optredens, verspreid over drie dagen. Intimiteit is gegarandeerd: per concert schuiven slechts twaalf gelukkigen aan.

Fridman zal ze als een priesteres verwelkomen: mysterieus uitgelicht, cello tussen de knieën, de strijkstok paraat. Op een altaartje zullen kaarsjes staan, er liggen tarotkaarten en bloemen. ‘Ik speel drie programma’s met eigentijdse muziek, verdeeld over de thema’s Schepping, Zuivering en Transitie. Regisseur Kenza Koutchoukali geeft me nog wat theatraal advies.’

Fridman behoort met Harriët Krijgh en Lidy Blijdorp tot de jonge Nederlandse cellotop. In 2010 reisde ze naar Amsterdam vanuit haar geboorteplaats Moskou. Muzikaal was ze toen al stevig gekneed. Haar moeder sleepte haar mee naar klassieke concerten, haar vader deed de opvoeding inzake jazz en pop. Al op haar 13de zat ze in een rockband.

In Nederland bleef Fridman zwenken tussen de genres. Gitaarvirtuoos Harry Sacksioni wist haar te vinden, net als singer-songwriter Jyoti Verhoeff en de Duitse neofolkgroep Faun. Evengoed voltooide ze in 2016 met lof haar klassieke opleiding aan het Amsterdamse conservatorium. Drie jaar later won ze de Dutch Classical Talent Award, een stimuleringsprijs voor jonge musici.

Na de prijsuitreiking kreeg Fridman een mailtje van TivoliVredenburg. ‘Of ik een reeks ideeën kon leveren. Later dit seizoen heb ik nog drie optredens met kamermuziek en geef ik de première van een nieuw stuk voor cello en orkest van de Nederlandse componist Jan-Peter de Graaff.’

Wie een indruk van Fridman wil krijgen: zoek op YouTube naar haar onlineconcert tijdens de Cello Biënnale Amsterdam, eind oktober in het Muziekgebouw. Rituelen heet het programma, met stukken die ze ook in Utrecht speelt. De performance begint in stilte. Fridman heft haar strijkstok, maar zet hem niet meteen op de snaren. Haar arm schiet door naar boven, tot de stokpunt loodrecht naar de hemel wijst. Uit een speaker rolt het bezwerende ritme van een trom.

Ziet u zichzelf inderdaad als een priesteres?

‘Muziek is toch pure magie? Zonder dat besef heeft optreden voor mij geen zin. Aan de ene kant ben ik natuurlijk gewoon een mens. Maar als musicus ben ik tegelijkertijd een medium. Ik zie mezelf als een bemiddelaar tussen het publiek en een andere wereld. In die rol probeer ik mezelf steeds te verbeteren.’

Bijvoorbeeld door het gebruik van elektronica. Of door te neuriën en zingen tijdens het cellospel. Fridman doet het in Egidius, een stuk dat de Iraans-Nederlandse componist Kaveh Vares voor haar heeft geschreven. Hij liet zich inspireren door het Middelnederlandse klaaglied met de beroemde openingszin ‘Egidius, waer bestu bleven’. 

Fridman vindt het een perfect gedicht, ‘niet alleen vanwege de prachtige tekst, ook omdat het relevant is voor iedereen die ooit een geliefde heeft verloren. Je verzoenen met de dood is de drijvende kracht achter veel rituelen.’

Of Egidius in Utrecht daadwerkelijk klinkt, hangt af van het publiek. Voor aanvang moet elk clubje van twaalf luisteraars kiezen uit een van de drie programma’s die Fridman aanbiedt.

Wat als zo'n stemming eindigt in 4-4-4?

Verbouwereerde stilte. ‘Haha, daar had ik nog niet aan gedacht. Dank dat u me waarschuwt!’

Maya Fridman (cello). 20 t/m 22/11, TivoliVredenburg, Utrecht

de Volkskrant, 19 november 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten