
✩✩✩✩
Met cd’s van Bachs Sonates en partita’s voor soloviool kun je onderhand een gracht dempen. Recent materiaal werd aangedragen door Sergej Katsjatrian, de poëet uit Armenië, en Viktoria Mullova, de gestaalde Russin die de overstap naar authentieke darmsnaren durfde te maken.
Isabelle Faust houdt haar Stradivarius liever hedendaags bespannen. De Duitse violiste heeft twee partita’s en één sonate op haar lessenaar gezet, de helft van het solowerk dat Bach voor het instrument heeft geschreven.
Haar aanpak laat zich aanvankelijk lastig veroveren. De Tweede partita gaat lijzig van start en neigt in al z’n ernst naar het schoolse. Maar in de volgende delen staat een vertelster op die niet meer wijkt. Faust weet van uitroepen en terzijdes, anekdotes en humeuren.
Haar techniek kent niet het nonchalante gemak waarop Katsjatrian en Mullova prat gaan, maar dat maakt de virtuositeit van een Giga des te glorieuzer. Aan de Ciaccona geeft Faust het karakter van een novelle met op elke bladzij een onverwachte wending. Ook knap: in lastige arpeggioknoedels handhaaft ze de suggestie van een doorgaande melodie. En zelden kende de doorwrochte Derde sonate zo’n andere lichtval dan de galante Derde partita.
Bach: Sonates & Partitas, Harmonia Mundi
de Volkskrant, 29 juli 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten