11 juni 2011

Peter Brooks misverstand met Mozart

Hij kuierde zomaar rond in het Muziekgebouw aan 't IJ, Peter Brook, de 86-jarige regisseur die in theater- en filmkringen geldt als inspirator, goeroe en god. In zijn kielzog volgden zeven zangers, twee acteurs en een pianist. Ze bezochten het Holland Festival met Une flûte enchantée, Brooks eigenzinnige arrangement van Mozarts vrijmetselaarsopera Die Zauberflöte.

Met deze voorstelling nam hij vorig jaar afscheid van het Parijse Théâtre des Bouffes du Nord. In de jaren zeventig stampte Brook dat uit de grond om er te schaven aan zijn concept van 'de lege ruimte'. Dat betekende: elementair decor, geen poespas, ruim baan voor de verbeelding.

Ooit regisseerde de Brit in de operahuizen van Londen en New York. Maar Brook haakte af: aan de stugge kunstvorm opera wenste hij geen energie meer te verspillen. Zijn latere, rigoureuze bewerkingen van Bizets Carmen en Debussy's Pelléas kregen vooral bij theatergangers de handen op elkaar. Uit muziekhoek klonk soms protest vanwege ondermaatse vocale prestaties.

'Aaaallls fffueldr liebsfchroit!' Zo begint, bij benadering, in Amsterdam een van de aria's uit Une flûte enchantée. Het moet Duits zijn, want Frans gebruikt Brook in zijn tweetalige bewerking alleen voor de gesproken tekst. De boventiteling verheldert: 'Iedereen voelt de liefdesvreugd.'

Zo'n uitgespuwde frase verraadt dat de zanger in kwestie nog enkele jaren stemvorming kan gebruiken. Maar belangrijker: dat Peter Brook de onzichtbare radertjes van het medium muziek schromelijk onderschat.

Akkoord, de wijze waarop pianist Frank Krawczyk de orkestpartituur heeft teruggebracht tot één klavier, getuigt van liefde en respect (al roeren zich in zijn spel ook bozige Rachmaninov en weke Debussy). Het voelt ook amper als een gemis dat de symbolische rimram van de vrijmetselarij overboord is gegaan. En het oogt allemaal fraai. Struik, kooi, tempelzuil of galg: twee donkere acteurs gaan met ranke bamboestokken inventief te werk.

Het misverstand ontstaat waar Brook terug wil grijpen op 'de taal van Mozart', de componist van de eeuwige jeugd die hield van 'improviseren en herschikken'. Helemaal waar. Maar hoe je in Mozarts taal vruchtbaar improviseert en herschikt, hadden Brook en Krawczyk ook kunnen navragen bij een gespecialiseerde dirigent als René Jacobs. En trouwens: jeugdig zingen vereist een verre van jeugdige techniek.

Welke oren hebben in godsnaam de casting gedaan? Toen Brook in 1998 Mozarts Don Giovanni onder handen nam, had hij tenminste nog dirigent Daniel Harding in de buurt. Nu heeft niemand hem behoed voor zangers die het vak nog niet verstaan. De enige paradijsvogel is Thomas Dolié, een Franse bariton die een puike Papageno in huis heeft.

de Volkskrant, 11 juni 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten