17 juni 2011

The Rape of Lucretia: ontploffende p’s en vileine s’en


De verkrachting van Lucretia (Felice Ficherelli)
Het was weer zo’n toverij waarop het Holland Festival patent heeft. The Rape of Lucretia, een kameropera van Benjamin Britten. Het stuk werd opgepikt in Aldeburgh aan de Engelse oostkust en neergevlijd in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Op weg naar Amsterdam had de concertante productie niets van z’n brille verloren.

Na een weelderig bezette Billy Budd, eerder dit seizoen bij De Nederlandse Opera, lieten de Britten andermaal horen hoe je Britten zingt. Dit keer marcheerde Ian Bostridge voorop, de vijfsterrentenor die elke speculatie over tanende prestaties ontkrachtte.

Ook het historische rijm dat The Rape of Lucretia opwekte mocht er trouwens wezen. In 1946 - het Holland Festival verkeerde in prenatale fase - gunde Benjamin Britten de continentale première van zijn nieuwe stuk aan Amsterdam. Het jaar daarop schitterde de opera in de eerste festivaleditie, opnieuw met Kathleen Ferrier, de alt voor wie de componist zijn titelrol had bedacht.
Pears, Ferrier, Britten

Lucretia: in 509 voor Christus was ze de standvastigste van alle Romeinse vrouwen. Terwijl de kerels streden op het slagveld, ging zij als enige niet vreemd. De bedrogen Tarquinius heeft daarover zo de pest in, dat hij haar kuisheid gaat testen. Het loopt uit op een verkrachting. Na de schanddaad ziet Lucretia maar een uitweg: ze stort zich in een dolk.

De thematiek van onschuld en kwaad is voor Benjamin Britten vertrouwd materiaal. Ook in The Rape of Lucretia toont hij zich de feilloze seismograaf van naderend onheil. Een uitgebreid instrumentarium heeft de componist er niet voor nodig. Piano en harp, een eilandje slagwerk, zes strijkers en zes blazers. De verkrachting wordt ingeleid met sublieme nachtmuziek, in een doezelig onderonsje van hoorn, fluit en basklarinet. Na afloop voert de murw geslagen althobo een stille tocht aan van snaren, perfect afgestemd door dirigent Oliver Knussen.

Ian Bostridge
Ian Bostridge wisselt de bravoure van een Shakespeare-acteur af met de gevoelige keel van een Bach-evangelist. Zijn rol is die van Male Chorus, het eenstemmige ‘mannenkoor’ dat de handeling vertelt en duidt in een orgie van ontploffende p’s en vileine s’en.

Het bedaardere Female Chorus van sopraan Susan Gritton doet er weinig voor onder. Een kanjer in het zingend acteren is ook Christopher Purves, de bariton die gestalte geeft aan Lucretia’s echtgenoot Collatinus. De Oostenrijkse mezzosopraan Angelika Kirchschlager blijft in de Angelsaksische storm overeind, al had een rauwere Lucretia niet misstaan.

Op weg naar zijn gerief kent Tarquinius even een moment van twijfel. Hij piekert: ‘Jammer dat in de zonde zoveel charme schuilt.’ Wij vonden het jammer dat het Holland Festival voor zo’n zin geen boventiteling wilde installeren.

Benjamin Britten: The Rape of Lucretia. Solisten, Aldeburgh Festival Ensemble o.l.v. Oliver Knussen. Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ, 16/6.

de Volkskrant, 17 juni 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten