![]() |
The Sixteen |
De vijftig zangers van Coral Catasons uit Barcelona krijgen het in de Haarlemse Philharmonie stevig voor de kiezen. Nadat de zesde Internationale Koorbiënnale met Nederlandse toespraken is geopend, trachten de Catalanen zich vrijdagavond te concentreren op Topos van Daan Manneke.
Vanaf de achterste rijen horen de amateurmusici hoe de hogeschoolstemmen van het Nederlands Kamerkoor zich aanvlijen tegen geheimzinnige klanken uit het harmonium van Klaas Hoek. Hoe er wordt gegoocheld met boventonen en buitenaardse resonanties.
Ze zijn van goede wil, de Catalanen die na dit openingsconcert hun mediterrane klanken mogen uitstorten over de foyer. Maar ze lopen kwijt in de vreemdtalige teksten van een concert dat mikt op 'fijnproevers en avonturiers'.
Voornaamste slachtoffer: Rothko Chapel. Dit fascinerende stuk uit 1971 van Morton Feldman balanceert op de rand van stilte. Maar de woordloze koorflarden die neerdalen vanaf het balkon moeten concurreren met geschuifel en geritsel. En wanneer soliste Heleen Hulst het meditatieve binnenste van haar altviool aftast, vormt een estafette van kuchjes haar loon.
Een dag later in de Grote of St. Bavokerk verloopt het treffen tussen The Sixteen en de liefhebbers van het Festivalkoor een stuk gesmeerder. Moedig stort de Brits-Nederlandse gelegenheidsformatie zich op Spem in alium, het uit acht vijfstemmige kernen opgebouwde klankjuweel van renaissancecomponist Thomas Tallis.
Tot en met zondag dwarrelen professionals en amateurs om elkaar heen. Op Haarlemse buitenpodia klinkt kelige Zuid-Europese polyfonie, terwijl de koorkunst binnen kan worden afgekeken bij de Eric Ericson Masterclass voor jeugdig dirigeertalent. Veelbelovend oogt ook het slotconcert door het Groot Omroepkoor en het Lets Radiokoor, twee toppers die zich ontfermen over nieuw werk van de Amerikaans-Nederlandse componiste Vanessa Lann.
De wereldpremière waarmee de zesde Koorbiënnale begon, bood gek genoeg geen koormuziek. Terwijl de opdracht toch was gegund aan Eriks Esenvalds, de jonge Let die zich twee jaar geleden in de kijker speelde met Sun Dogs. In het instrumentale vervolg, Moon Dogs, exploreerde het Asko|Schönberg onder meer de zingende kwaliteiten van wijnglas en klankschaal. Het stuk deed vooral vermoeden dat Esenvalds zijn natuurlijke element vindt in het puur vocale.
Dat een koorklank kleurig en transparant kan zijn als gebrandschilderd glas, lieten Harry Christophers en The Sixteen horen in een programma rond Thomas Tallis en de hedendaagse Schot James MacMillan. Je hoeft geen fan van hun smetteloze schoonheidsideaal te zijn, om te erkennen dat de Britten het immense klanklichaam van de Bavo verleidelijk lieten trillen. De stratosferische sopraan van Tallis' befaamde Miserere lonkte vanuit onzichtbare verten. Even delicaat streek het Miserere van MacMillan langs gewelven en pilaren.
Internationale Koorbiënnale Haarlem, t/m 3/7 op diverse locaties. koorbiënnale.nl.
de Volkskrant, 27 juni 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten