12 november 2020

Thomas Oliemans op weg naar Berlijn

foto: Marco Borggreve

foto: Marco Borggreve

Tijdens de pandemie werkt bariton Thomas Oliemans (43) toe naar een hoogtepunt in zijn carrière: zijn debuut in de Berlijnse Staatsoper onder leiding van de roemruchte dirigent Daniel Barenboim.

Vrijdag 10 januari 2020

Thomas Oliemans krijgt een mailtje van zijn agent. Of hij naar Berlijn wil vliegen voor een auditie. De Staatsoper unter den Linden wil de bariton testen voor een nieuwe productie in oktober. De man die de auditie aanvoert heet Daniel Barenboim. Gigantische  naam, geliefd en gevreesd. Barenboim kan carrières naar een hogere baan schieten, al zijn er ook musici die hem beschuldigen van pestgedrag en machtsmisbruik.

Tophuis en topdirigent, weigeren zou stom zijn. Toch twijfelt Oliemans. Zijn hoofd loopt namelijk om, met onder meer repetities op komst van Kurt Weills opera Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny, te regisseren door Ivo van Hove bij De Nationale Opera in Amsterdam.

Daarbij: Barenboim wil zijn nieren proeven voor een stuk waarvan Oliemans de noten niet eens kent: Quartett, een opera uit 2011 van de Italiaan Luca Francesconi. Wat moet hij voorbereiden? Hoeveel tijd gaat dat kosten? Van de andere kant, bij Barenboim krijgt hij misschien geen tweede kans.

Donderdag 6 februari

Als hij het Berlijnse auditievertrek binnenstapt, zit de staf al klaar: intendant, muzikaal leider, hoofd casting, diverse assistenten en natuurlijk Daniel Barenboim, de 77-jarige Generalmusikdirektor. Bij het handenschudden biecht Oliemans meteen maar op dat hij door een misverstand een fragment niet heeft voorbereid. Geeft niks, zegt Barenboim, als het maar bij die ene omissie blijft. 

Knipoog, bulderlach, het ijs is gebroken. De bariton stelt zich op naast de pianist. Terwijl hij zingt dirigeert Barenboim mee. Prettig, vindt Oliemans. Hij voelt welke kant de dirigent op wil met de muziek, de dirigent merkt of de zanger volgt.

Schön, vielen Dank, hij hoort nog. Opgelucht wandelt hij naar zijn hotel, een loopje van nog geen kwartier. De telefoon gaat: zijn agent. Oliemans wil vertellen dat het volgens hem best wel goed ging, maar het hoeft al niet meer. De bevestiging is binnen. Hij wordt het.  

Dinsdag 9 juni

Na de lockdown kan hij eindelijk weer reizen. Het eerste station op weg naar Berlijn ligt in een Parijse studio. Hij wordt er verwacht om passages in te zingen voor de naderende productie. Quartett gebruikt ook vooraf opgenomen materiaal dat straks in de Staatsoper uit de speakers komt. 

Oliemans kijkt terug op merkwaardige maanden. Er ging een streep door Mahagonny; Bachs Matthäus-Passion bleef in de kast; geen Mahler bij het Residentie Orkest. Maar Berlijn bleef optimistisch, dus zette hij zijn tanden in Francesconi’s pittige partituur. De goede moed waarmee hij begon heeft hem snel verlaten. Francesconi is een gestaalde modernist: alles wat melodisch en meezingbaar is, heeft het op zijn notenbalk moeilijk.

Valmont heet Oliemans’ personage. Hij is de graaf uit de 18de-eeuwse erotische briefroman Les liaisons dangereuses. De ‘riskante relaties’ zijn verfilmd met sterren als John Malkovich en Glenn Close. In 1980 baseerde de Oost-Duitse toneelschrijver Heiner Müller er zijn stuk Quartett op. Uit dit in sarcasme gemarineerde werk lichtte Luca Francesconi zijn operatekst. 

Maandag 24 augustus, ochtend

Met het gevoel van een nieuw schooljaar begint Oliemans aan zijn eerste Berlijnse werkdag. Opwinding golft ook door de Staatsoper. Zelfs Daniel Barenboim heeft het in coronatijd rustiger, dus bemoeit de workaholic zich nu nadrukkelijk met de productie. Hij schuift geen enkele repetitie door naar een assistent.

Raar is dat, vindt Oliemans, met die mondkapjes. Bij de projectpresentatie herkennen zelfs bekenden in het team elkaar niet meteen. De Poolse regisseur Barbara Wysocka licht haar aanpak toe. Ze vuurt trefwoorden af als isolatie, vernedering, ziekte en dood.

De Staatsoper boft met de opening van het seizoen, die al ver voor virustijd werd gekozen. Op het toneel staan maar twee personages: Valmont en de markiezin van Merteuil, zijn voormalige geliefde. Het door Francesconi voorgeschreven kamerorkest past met gemak in de bak. De klanken van een symfonieorkest en koor, opgenomen tijdens de wereldpremière in de Milanese Scala, komen vanaf tape. 

Maandag 24 augustus, middag

Eerste muzikale repetitie. Oliemans merkt niets van onhebbelijkheden die Barenboim zouden aankleven. Sterker, hij en zijn tegenspeler, de Duitse sopraan Mojca Erdmann, oogsten op dag één meteen complimenten. Barenboim had niet gedacht dat ze hun partij nu al zouden beheersen!

Wozzeck maal twee, zo lastig ervaart Oliemans de noten. Wozzeck is Alban Bergs atonale opera uit 1925. De melodieën zijn onvoorspelbaar hoekig, maar op de ritmische puls kan hij zich tenminste nog oriënteren. Bij Francesconi zweeft hij in het vrije. Hij moet al zijn spieren aanspreken, vocaal én mentaal.

Hij maakt er een verzuchting over tegen Barenboim. Die zegt: Thomas, maak je geen zorgen, makkelijker wordt het niet, haha! Die relativering  helpt. Het heeft geen zin in stress te blijven hangen. Hij verdenkt Francesconi er trouwens van dat hij het de zangers expres moeilijk heeft gemaakt. Zodat ze vanaf het begin op scherp staan voor een kil drama.

Vrijdag 4 september

Met het operaorkest, de Staatskapelle Berlin, geeft Barenboim een uitvoering van Beethovens Zevende en Achtste symfonie. Oliemans zakt weg in het pluche. Heerlijk om weer eens drieklanken in een vertrouwde volgorde te horen, in plaats van kriskras door elkaar.

Donderdag 17 september

Met nog twee weken te gaan maakt de pianist plaats voor het orkest. De partituur toont zijn ware kleuren. Oliemans hoort zachte fluit, schemerige altviool, een tuba die hem helpt bij een inzet. Barenboim is een baken van efficiëntie en hoffelijkheid. Als Mojca Erdmann vraagt of ze een maat kunnen herhalen, zegt hij: lijkt me niet nodig, jij maakt toch nooit twee keer dezelfde fout?

Woensdag 23 september

De Metropolitan Opera in New York stopt zijn seizoen 2020/21 in de shredder. Oliemans kan zwaaien naar zijn tweede topdebuut. In januari zou hij de rol zingen die hem bij De Nationale Opera ovaties opleverde: Papageno, de vrolijk fladderende vogelvanger in Die Zauberflöte van Mozart.

Zelf moet hij ook iets annuleren: een recital, zondag in Eindhoven, met Schuberts liedcyclus Winterreise. Besmettingskans, reisrestricties, hij vindt het risico te groot.

Woensdag 30 september

Bij de generale repetitie valt de voorstelling op zijn plaats. In zwijgende rollen duiken een danseres en een jong meisje op. Nepborsten en een voorbinddildo komen voorbij. Soms naderen de spelers elkaar zo dicht dat ze een mondkapje op moeten. Het oogt niet eens gek in de atoombunker na de Derde Wereldoorlog waar Heiner Müller ze heeft geparachuteerd. 

Daniel Barenboim is tevreden, hij trakteert. Tijdens het etentje gaat zijn telefoon. Het is Jens Spahn, Duitslands minister van Volksgezondheid. Of hij even met de maestro kan overleggen. Oliemans ziet het jaloers aan. Zo gaat dat dus, crisisoverleg in een land dat cultuur hoog in het vaandel draagt.

Zaterdag 3 oktober

De première verloopt voorspoedig en de zaal reageert goed. Componist Francesconi staat te knipmessen en omarmt de twee solisten op afstand. Nog dezelfde avond wordt @thomas_oliemans getagd in een knorrige tweet van een criticus. De man zag een saaie voorstelling, op een gedateerde tekst, op achterhaalde moderne muziek. Andere recensenten oordelen milder, al helemaal over de solisten. Volgens de Frankfurter Allgemeine blinkt Oliemans met zijn ‘opgeruwde presentie’ uit in ‘sarcastisch-intellectuele zelfironie’. 

Maandag 5 oktober

De dagen na een première voelt hij zich wel vaker leeg, maar dit gaat dieper. Zware weken, heftig stuk – en dan kan hij niet eens op en neer om zijn kinderen te knuffelen. Tot en met 18 oktober, de laatste voorstelling, zingt hij het in Berlijn uit met museumbezoek en een stapel verse partituren.

Voor straks in november heeft hij nog optredens staan. De uitgestelde Winterreise in Eindhoven. Liederen van Franz Schubert en Harry Bannink in Utrecht. Vanaf december wordt het vermoedelijk zuinig aan doen met zijn Berlijnse honorarium. Maar hij gaat niet bij de pakken neerzitten. Als het monopolybord gaat schuiven, wordt de kwestie: wat kan er nog wél? 

de Volkskrant, 6 oktober 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten