
✩✩✩
Een paar jaar geleden liep hij nog onbespied rond, tegenwoordig wordt er gevochten om zijn stem. Philippe Jaroussky is de jongste revelatie uit de wereld van de countertenors, mannen die hun stembanden laten trillen in het register van een vrouwenalt. Met de heropleving van de barokopera bestaat er voor hun vak opeens heel wat emplooi.
De 32-jarige Jaroussky kent illustere voorgangers als Alfred Deller, Michael Chance en Andreas Scholl. In de Robecoserie van het Concertgebouw in Amsterdam liet hij horen dat er nog altijd ontwikkeling zit in zijn metier. Bij de Fransman resoneren de hoge noten helder en in ritmische overgangen is hij iedereen de baas.
Toch bleef er veel te raden over in de Grote Zaal. Dat lag vooral aan de akoestiek. Die zit een honderdkoppig symfonieorkest als gegoten en ook een niet te bedeesde sopraan kan er prima mee overweg. Maar een countertenor, de beoefenaar van een stemvak dat zelden uitmunt in kracht en kleur, doolt in zoveel kubieke meters al snel verweesd rond. Jaroussky’s verstaanbaarheid leed eronder. Vlugge riedels vervaagden in de mist. Het lijkt de prijs van het succes: noten die ooit door castraten met fenomenale longen de stadspaleizen en theaters in werden geblazen, dienen zich nu te voegen naar de mores van de hedendaagse concertzaal.
Daar kwam bij dat Jaroussky’s repertoire – aria’s van de Venetianen Vivaldi en Caldara – lang bleef hangen in barok formulewerk. Pas tegen het einde van de avond dook er een juweel op. Se mai senti spirarti sul volto, een prachtstuk dat vertelt over een zachte adem die strijkt langs een geliefd gelaat. Vivaldi nam de aria op in zijn opera Catone in Utica. Met tokkelende altviolen en gedempte strijkers spreidt hij een mosbodem uit waarop de solist zich smachtend wentelt. Traag, zacht en teder: hier kon Philippe Jaroussky zich laten horen van zijn profijtelijkste kant.
Zijn begeleiders, de barokveteranen van Concerto Köln, hadden ook te kampen met de nukken van de Grote Zaal. Al te vlotte tempi ontnamen een celloconcert van Vivaldi z’n scherpte, hoewel de solist, Werner Matzke, soeverein door het langzame middendeel zeilde. Het intelligentst handelde de bespeelster van de blokfluit en de traverso. In een suite uit Händels Water Music plaatste zij haar solo’s delicaat maar duidelijk, met een open oor voor de weerkaatsingen die ze zelf teweegbracht.
de Volkskrant, 7 juli 2010
Lees hier de recensie van een concert dat Jaroussky gaf in februari 2012
Geachte,
BeantwoordenVerwijderenIn uw recensie in de Volkskrant van maandag j.l. stond het zinnetje "flirten met tango en jazz". Het liet me denken aan mijn project "Jazz Guitar meets Church Organ" waarmee we sinds de premiere in oktober vorig jaar succes hebben.
Een aantal YouTubes geven een impressie van onze activiteiten en zijn (ook) te vinden via mijn web site: http://www.joepvanleeuwen.nl/movies/jazz-guitar-meets-church-organ
De partituren zijn te vinden op: http://www.joepvanleeuwen.nl/movies/jazz-guitar-meets-church-organ
Een cd hebben we vorige week opgenomen en we verwachten die in de herfst te kunnen uitbrengen.
Groet,
Joep van Leeuwen
(joepvanleeuwen@home.nl)
Wat akoestiek betreft zal het er mede aan gelegen hebben waar u precies zat in de zaal. Ik vreesde van tevoren inderdaad weinig te zullen kunnen horen op mijn tweederangs sprintplaatsje, helemaal achterin op het balkon. Uiteindelijk was ik echter behoorlijk onder de indruk van de geluidskwaliteit daar boven. Op instrumenteel vlak kwam vooral ook de luit boven verwachting uit de verf.
BeantwoordenVerwijderenEn hoewel op puur muzikaal vlak de programmakeuze misschien te wensen overliet, vond ik de filologisch-historische opzet - het tegen elkaar afzetten van verschillende toonzettingen van dezelfde teksten - erg boeiend. Wat het voor mij helemaal zou hebben afgemaakt zou de toevoeging zijn geweest van Vivaldi's “Lo seguitai felice,” waarvan we hier alleen Caldara's versie te horen kregen. De melodie hiervan is identiek aan degene die Vivaldi eerder gebruikte voor “Sperai vicino il lido.” Deze kregen we wel in beide versies (Vivaldi en Caldara) te horen.
Heerlijk, die intertekstualiteit.